Overpeinzingen van een wilg
Mag ik me even voorstellen: Mijn naam is Alba, Salix Alba. Mijn familie en ik, wij behoren tot het geslacht van de wilgen. Ik ben al vanaf mijn geboorte diep geworteld in de Haaksbergse bodem. Vrienden vinden dat ik best een prominente plek inneem in het hart van ons dorp. Ik ben daar erg gelukkig mee. Vanaf mijn standplaats kan ik het winkelend publiek gadeslaan. Ze komen langs mijn stam met hun tassen en karren vol levensmiddelen. Soms kan ik lezen wat op de verpakking staat. Het lijkt wel een blauw huisje met in witte letters een A en een H erop.
Jij en ik, we hebben elkaar vast wel eens ontmoet. Maar misschien ben ik je niet opgevallen. Weet je dat mijn uiterlijk verandert met de seizoenen? In de zomer heb ik een groot groen warhoofd. Dan zie je door mijn bladerdos de takken niet meer. Bij felle zonneschijn zetten de mensen hun auto in mijn schaduw. Soms leunen ze bezweet tegen mij aan. Ik scherm ze onbaatzuchtig af van UV- en andere straling en zorg en passant nog voor verkoeling. Dat kost mij miljarden zweetdruppeltjes. Die gaan als waterdamp de lucht in, maar dat deert mij niet.
Wist je trouwens dat mijn bladmondjes jaar in jaar uit allerlei nare stofjes opzuigen uit de lucht. Bij mensen zijn die schadelijk voor de gezondheid. Hun longen kunnen niet tegen stikstof, fijnstof, CO2 en noem maar op. Hoe ouder of zwakker ze worden, hoe benauwder ze het krijgen. En dan te bedenken dat ze al die uitstoot zelf veroorzaken. Nee, dan zijn wij bomen beter toegerust. Zet ons in groepjes bij elkaar en wij filteren het probleemloos voor hen uit de lucht.
In de herfst verkleuren mijn bladeren naar zilverachtig grijs. Ze schitteren in de laagstaande zon en ritselen in de wind. Kijk maar eens goed voordat de eerste najaarsstorm raast. Die rukt zo hevig aan mijn takken dat ik de grip op mijn bladeren verlies. Ik moet ze loslaten in de hoop dat ze goed terecht komen. Ergens onder de struiken of zo. Of in een plantsoen waar ze rustig mogen ontbinden en tot humus worden voor andere planten.
In de winter valt er aan mij niet veel te beleven. Je kunt hooguit mijn silhouet bewonderen. Vooral als het afsteekt tegen een dreigende wolkenlucht of als de maan er doorheen schijnt. Zelf vind ik mijn bast ook best mooi. De schors is knoestig en grillig en je kunt er van alles in ontdekken. Maar alleen als je er oog voor hebt natuurlijk.
En heb je mij wel eens in het vroege voorjaar gezien? Dan sta ik in bloei. Niet dat het echt opvalt, maar de bijen weten me feilloos te vinden. Ze komen in drommen om het eerste stuifmeel te halen. Een rijk gedekte tafel na een barre winter. Daar wordt ik blij van. Die beestjes hebben het al zwaar genoeg. Ze worden net als mensen ziek van luchtvervuiling en krijgen soms per ongeluk gewasbeschermingsmiddelen op hun bord. Van dat spul raken ze helemaal de weg kwijt Je moet het zo zien: Zo’n bij doet plichtsgetrouw haar werk als bestuiver en komt vervolgens nooit meer thuis. Dat is toch erg. Gelukkig lopen ze bij mij geen gevaar. Mijn katjes zijn altijd onbespoten. Ik ben nog puur natuur.
Al moet ik toegeven dat dat moeilijk vol te houden is voor een stadsboom. Een paar jaar geleden had ik bijna het loodje gelegd. Zonder hulp van buitenaf was ik er nooit meer bovenop gekomen. Het ging ineens helemaal mis met mijn standplaats. De grond spoelde tussen mijn wortels weg. Ik kon niet genoeg voedingsstoffen meer uit de bodem halen en mijn haarvaten kregen te weinig zuurstof. Gelukkig kwamen er mensen die mijn verzorging ter hand namen. Voor wat hoort wat, moet je maar denken. Ik kreeg een soort vitaminestoot en een boomspiegel met beschermrand. Mijn verzwakte takken werden een stuk ingenomen en daarna zette het herstel voorspoedig in.
Tegenwoordig gaat het weer buitengewoon goed met mij. Al is er sinds kort wel iets dat mij zorgen baart. Er wordt gefluisterd dat ik hier weg moet. Ik zou op de verkeerde plek staan. Het uitzicht belemmeren. En dat is nu net het probleem met ons bomen. Wij kunnen niet zomaar een eindje verderop gaan staan. De meesten van ons zijn heel sterk en kunnen ook erg oud worden. Maar het duurt wel veertig jaar of langer voordat we volwassen zijn. Dan pas krijgt ons uiterlijk statuur en kunnen wij onze bijzondere eigenschappen ontplooien.
Dus misschien is het wel een goed plan om eens een keer geen anti-demonstratie te houden maar een pro-demonstratie. Een pro bomen demonstratie met leuzen als: DUURZAAMHEID KENT GEEN TIJD en NO TREES NO OXYGEN of HAAKSBERGEN KOESTER ONZE BOMEN. En in de slipstream daarvan adverteert ‘s lands grootste kruidenier in de AH Bonus met: GRATIS SCHADUW OP DE PARKEERPLAATS ACHTER ONS PAND.
P.S. Als je begaan bent met mijn lot kun je een bericht achterlaten op de website van de Stichting Natuur en Milieu Haaksbergen www.natuurenmilieuhaaksbergen.nl of mijn overpeinzingen delen op je Facebook-pagina.