HAAKSBERGEN – Het werk van de Uilenwerkgroep Haaksbergen werpt zijn vruchten af. Er zijn vorig jaar meer jonge uilen geboren dan het jaar daarvoor. Dat blijkt uit een inventarisatie van de uilenkasten in Haaksbergen, Beckum en Oele. In dit gebied hangen zo’n 230 kasten waarin uilen kunnen broeden.
De steenuil, bosuil en kerkuil stellen de aanwezigheid van een uilenkast in hun territorium op prijs. De ransuil en velduil daarentegen halen daar hun neus voor op. De ransuil broedt doorgaans in oude kraaiennesten en de velduil komt hier amper voor. De bevindingen van de Uilenwerkgroep Haaksbergen zijn gepresenteerd aan eigenaren van erven waar een uilenkast hangt en andere belangstellenden. Dat gebeurde in het IVN-gebouw op het Scholtenhagen. De uilenwerkgroep is niet alleen nieuwsgierig naar het wel en wee van de uilen, maar plaatst ook broedkasten voor torenvalken. De torenvalk is eveneens een holenbroeder. Woordvoerder Willem Jan Westerholt van de uilenwerkgroep vindt dat de groep uilenliefhebbers in de afgelopen decennia veel goed werk heeft verricht. De Uilenwerkgroep Haaksbergen is veertig jaar geleden opgericht. ,,Het ging destijds heel slecht met de uilen in Nederland. Een ramp was het in 1980”, zegt Westerholt. De oprichters van de plaatselijke uilenwerkgroep wilden het tij keren. Ze gingen aan de slag met het plaatsen van uilenkasten in het buitengebied. Daarvoor hadden ze de hulp nodig van erfeigenaren. Zij moesten immers toestemming geven om een broedkast op hun erf te laten plaatsen. Dat zijn er inmiddels zo’n 230. Maar lang niet in alle kasten gaan uilen broeden. Ze hebben een territorium. Daarin worden geen andere uilen geduld. Jonge uilen moeten op een gegeven moment naar een eigen gebied op zoek. De steenuil en kerkuil zijn het meest talrijk. Bosuilen daarentegen zijn zeldzamer. In het buitengebied van Haaksbergen hangen vijftig bosuilenkasten. Daarvan waren er zes bezet. ,,De bosuil blijft ons zorgen baren. Ondanks dat het aantal pullen (jonge uilen, red.) wel iets hoger was dan het jaar daarvoor”, laat de werkgroep weten. Het leeuwendeel van de jonge uilen wordt echter niet volwassen. ,,Drie van de vier jonge uilen sneuvelen in het eerste jaar”, weet Marjan de Boer van de Uilenwerkgroep Haaksbergen. De uilen hebben ook vijanden. ,,We kwamen vorig jaar veel gepredeerde nesten tegen. In de meeste gevallen was de steenmarter de schuldige”, aldus De Boer. Ook zijn uilen onderling allerminst vriendelijk tegen elkaar. Een steenuil is zijn leven niet zeker als een bosuil hem in het vizier heeft. ,,Een bosuil grijpt ook een steenuil”, weet De Boer. Op de menukaart van de uilen staan voornamelijk muizen. Daarnaast is de steenuil gek op meikevers. Die insecten worden in groten getale verorberd. Uilendeskundige Albert Stevens uit Hellendoorn is hoopvol gestemd voor dit jaar. ,,Door de zachte winter zullen er meer muizen zijn. Dat is voedsel voor de uilen. Voor 2020 ben ik hoopvol.”
Foto: Enkele leden bij het ringen van jonge kerkuilen.