In het Witte Veen kun je grenzeloos genieten van veelzijdige natuur, Het Twentse natuurgebied ligt pal tegen de Duitse grens aan. Je kan er heerlijk dwalen door een kleinschalig landschap met veen, hei, bos en water.
Witte stipjes
Ooit was het Witte Veen een uitgestrekt hoogveengebied. ’s Zomers zag je overal pluizige, witte stipjes, met dank aan de uitbundige bloeiwijze van het witte veenpluis. Veenpluis tref je vandaag de dag ook nog aan, maar niet meer zo massaal als voorheen. Stukje bij beetje werd het veen ontgonnen. Boeren lieten er hun schapen grazen en er werden kleine akkers en weides aangelegd.
Van het hoogveen resteert nu nog zo’n dertig hectare. Dat beschermen we goed; damwanden houden het water vast zodat dit resterende stuk hoogveen niet verdroogt.
Gracieuze gasten
In het veen liggen ook enkele veenplassen waar je vaak water- en oevervogels ziet, zoals de slob- en kuifeend, dodaars en de groenpootruiter. En regelmatig landen er in het veen gracieuze gasten: kraanvogels.
Die gebruiken het Witte Veen vaak als tussenstop tijdens de trek. Ze blijven hier dan een tijdje hangen. In de toekomst gaan ze hier mogelijk zelfs broeden. Dat doen ze al in het nabijgelegen Diepholz, net over de grens.
Zandweggetjes en knuppelpaden
Buiten het veen is het vroegere cultuurhistorische landschap goed bewaard gebleven. Natuur en cultuur gaan er moeiteloos in elkaar over. Dan weer loop je langs ruig grasland, dan weer door het en bos of langs een graanakker.
Heerlijk om doorheen te dwalen, over zandweggetjes en kronkelende paadjes. Aan een van de zandwegen, de Markslagweg, vind je erve ‘t Markslag. Een mooi al eeuwenoud erf. Waar het bos ‘natte voeten’ heeft, liggen knuppelpaden en bruggetjes. Zo wandel je moeiteloos door moerasbos waar je vroeger nauwelijks doorheen kwam.
Smokkelaarsgebied
Door het Witte Veen trokken vroeger regelmatig smokkelaars. Ze moesten uitkijken voor de grensbewakers die vanuit de boerderij ‘t Markslag hun surveillance liepen. Oude grenspalen herinneren ook nog aan die tijd. Die van voor 1795 dragen nog hun oorspronkelijke inscriptie.
Nu legt de grens wandelaars geen strobreed in de weg. Van Nederland loop je zo naar de Haarmühle in Duitsland, waar de watermolen al dik drie eeuwen lang in het riviertje de Aa ligt. Het gelijknamige restaurant en de speeltuin vormen voor veel bezoekers een aangenaam eindpunt van een rondje Witte Veen.