Jan te Wierik was niet alleen een zeer gedreven schilder. Hij was ook een meer dan gedreven beeldhouwer. Het beeldhouwwerk van Jan te Wierik is veelzijdig. Enerzijds kenmerkt het zich door in elkaar verstrengelde of elkaar omarmende vrouwenfiguren. Jan te Wierik accentueerde in zijn werk vooral de vrouwelijke vormen en door de oertypische vormen straalt het werk van Jan te Wierik een zekere geborgenheid uit. Anderzijds deed het werk van Jan te Wierik ook vaak denken aan het werk van Picasso. Afgevlakte, tot het kubisme teruggebrachte vormen.
Jan te Wierik gebruikte voor zijn beelden verschillende basismaterialen. Van een mengsel van zand en cement, van betonmengsels tot Bentheimer zandsteen. De al uitgeharde mengsels werden vervolgens vermengd met andere materialen zoals grit (muschelkalk), gemalen zandsteen, kunstharsen en kleurstoffen. Als beeldhouwer maakte Jan het zich niet gemakkelijk. De voorbewerking van de door hem toegepaste materialen, zoals het maken van bekistingen en het storten van beton, was zwaar en ook erg intensief. Daar kwam bij dat ook het bewerken van de ruwe materialen zoals de Bentheimer zandsteen en het beton, een fysiek zware claim op Jan te Wierik legde. Uiteindelijk luidde hernia en een operatie aan zijn rug in 1982 het einde in van Jan te Wierik als beeldhouwer. Na deze ingrijpende operatie besloot Jan te Wierik zich nog uitsluitend te richten op zijn werk als kunstschilder.