Van den Haag naar Haaksbergen: een andere wereld
HAAKSBERGEN – Wie mij 5 jaar geleden had voorspeld “jij gaat ooit in Haaksbergen” wonen, had ik absoluut voor gek verklaard. Maar sinds 1 juli 2019 woon ik wel degelijk in Haaksbergen en heb ik den Haag (waar ik bijna 75 jaar gewoond heb, waarvan ruim 50 jaar in Duindorp) vaarwel gezegd. Daar was een goede reden voor, want nadat de vrouw, waarmee ik 51 jaar getrouwd was en waarmee ik 3 kinderen had (en nog heb) eind 2015 overleed, leerde ik na 2 jaar een andere vrouw kennen. U raadt het al: een Haaksbergse en daar werd ik verliefd op. Verliefd is het juiste woord niet, het is meer smoorverliefd. Ik was vanaf begin 2017 regelmatig in Haaksbergen te vinden en probeerde een nieuw evenwicht te vinden tussen het contact met mijn kinderen en kleinkinderen in den Haag en omgeving en het contact met mijn nieuwe liefde (ja heus, het kan op 75-jarige leeftijd!) in Haaksbergen. Dan maar regelmatig heen-en-weer rijden tussen Haaksbergen en het Westen.
Natuurlijk vragen mensen mij hier vaak: waarom heb je gekozen voor Haaksbergen, mis je dan den Haag en met name de zee niet? De regering mis ik so wie so niet. Zelfs op afstand is die voelbaar. De keuze voor Haaksbergen is, leg ik dan zorgvuldig uit, een zowel inhoudelijke als pragmatische. Inhoudelijk: het is hier aanmerkelijk rustiger en gemoedelijker dan in den Haag en het pragmatische argument is simpel: ik kan hier gewoon voor de deur parkeren. Dat Haaksbergen (en omgeving) gemoedelijker is, lijkt mij duidelijk.
Ik geef zo een paar voorbeelden: in de winkels (of het nu Mucci, de boekhandel, het Phone House, Lisette’s interieurverzorging, de HEMA, de Plus, de Aldi, de Jumbo, de Action, de Coöp. Plenty Parts, Bakker Bart, de Gamma of welke andere winkel dan ook betreft) ze hebben hier aandacht én tijd voor je, terwijl je in den Haag als klant toch – gemiddeld genomen, erf zijn uitzonderingen – het gevoel krijgt, dat je een ongewenste onderbreking van het plezier van het personeel bent. Ze helpen je hier gewoon en geven je ook nog eens het gevoel, dat je als klant belangrijk bent. Bij Plenty Parts boden ze zelfs aan om de nieuwe scheerkop even in mijn scheerapparaat te plaatsen, bij de ING en Rabobank ging men er uitgebreid en rustig voor zitten om de bankrekeningen van mij en mijn vrouw en/of te maken. Ik was dat niet gewend, maar deze houding went wel snel, moet ik zeggen. Net zoals dat parkeren voor de deur gewoon snel went. En het mag dan een klein dorp zijn dat Haaksbergen, de faciliteiten van de grote stad zijn gewoon dichtbij in de vorm van Enschede, met openbaar vervoer goed bereikbaar (met bus 62 binnen 20 minuten bij het station als ik eens een dagje heen en weer moet met de trein voor een vergadering, die een overnachting in den Haag vraagt. Met andere woorden: elke voormalige stadgenoot, Hagenaar dus, die mij vertwijfeld vraagt naar “wat ik in vredesnaam” in Haaksbergen zoek, kan ik meteen om de oren slaan met een paar stevige argumenten: hier wonen de mooiste (en liefste) vrouwen, je kunt hier nog gewoon parkeren, je wordt hier prettig geholpen in de winkels, er is een prachtige natuur beschikbaar en je hebt alle faciliteiten (zoals een voortreffelijke dokterspost en het uitstekende MST) onder handbereik. Oh ja, je kunt hier ook nog goedkoop tanken en drank krijgen, net over de grens in Alstätte. Enne, naast natuur is ook de cultuur hier nadrukkelijk aanwezig, zowel in Haaksbergen als in Enschede. Waar ik zelfs een paar maanden geleden in het mooie Wilmink Theater een “avond met Willem van Hanegem” bezocht. Weliswaar is Willem geen Hagenaar, maar ik kan u verzekeren, dat in den Haag in het algemeen veel sympathie bestaat jegens Rotterdammers!
“Mis je dan het strand niet?’” Dat is vaak de volgende vraag, want de gemiddelde Hagenaar begrijpt niet zo gauw, dat je den Haag niet echt mist. “Ach wel nee”, zeg ik dan, “naar het strand ging ik toch meestal alleen als ik in Spanje op vakantie was en overigens hebben wij hier het Rutbeek. Weliswaar met een niet helemaal vergelijkbare golfslag en zonder Reddingsbrigade, maar wel met een behoorlijke variatie aan mogelijkheden. Wat wil een mens nog meer?
Er is maar één klein probleempje hier: dat taaltje. Kijk, als men gewoon een beetje met een accent praat, heb ik er geen moeite mee, begrijp ik de mensen ook meestal wel. Maar als er echt dialect gesproken wordt, gaat bij mij het licht uit. Ik begrijp er net zo veel, of liever gezegd net zo weinig van als van Limburgs, Fries of Gronings. Maar ja, Maxima zei het al eens: “er is geen sprake van één identiteit in Nederland”!
Maar wie weet beheers ik het dialect over 5 jaar ook nog. Kan ik toch nog buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand worden. Want dan schijn je dialect te moeten kunnen spreken! Of zouden er hier ook a.s. echtparen zijn, die “algemeen beschaafd Nederlands” ook wel op prijs stellen? Of plat Haags? Want dat beheers ik ook wel een beetje.
Ton van Rijswijk, avanrijswijk@kpnmail