30 jan - 11:56 Haaksbergen - aangepast om 11:56

Column Caro Woudstra: Geluksvogel

Het is een uur of half vier in de ochtend. Buiten is het donker en ik lig met vijf andere mensen op een
kamer. Ik hoor gehoest, gekreun, gehuil en gesnurk. De pijn die ik heb is ondraaglijk ondanks de
morfine en andere pijnstillers. Ik heb de kleren nog aan die ik aanhad toen het gebeurde. De hele
nacht ben ik al wakker en ik ben bang. Ik lig op de trauma afdeling van een ziekenhuis omdat ik een
ongeluk heb gehad.
Na talloze scans, röntgenfoto’s en bloedafnames ben ik tweeëndertig uur later geopereerd en lig ik
ineens op een andere kamer. Ik heb geen idee waar ik precies ben maar dat maakt me op dat
moment niet uit. Het lijkt alsof anderen zich meer zorgen maken om mij dan dat ik dat zelf ervaar.
Mijn lief zit ver weg in het buitenland maar op de een of andere manier ben ik daar helemaal niet
mee bezig.
‘Wat een pechvogel ben je’ zegt een verpleegkundige die mijn kamer binnenkomt. Daar ben ik het
niet mee eens. Ik heb geluk gehad realiseer ik me. Met het letsel wat ik heb en de omstandigheden
meegerekend was het heel goed mogelijk dat ik het niet meer had na kunnen vertellen.
De mensen die mij hebben geholpen en de ambulance hebben gebeld, hebben adequaat gehandeld.
Dat is mijn geluk geweest.
Ik heb geluk gehad met een goede vriend die gelijk bij me was toen hij het hoorde en iedereen heeft
gebeld en alles geregeld heeft wat op dat moment nodig was. Mijn familie was er toen ik aankwam
op de trauma afdeling. Degenen die je het meest nodig hebt op dit beroerde moment zijn er
gewoon! Ik heb geluk met mijn familie.
De dagen erna overweldigden me vanwege de telefoontjes, bezoek, kaarten, berichten,
wetenschappelijke tijdschriften, chocola en bloemen. Tot mijn verbazing gaat dit nog tot op de dag
van vandaag door.
Inmiddels loop ik weer wat rond, kan ik weer columns schrijven, geniet ik weer van de gewone
dingen van het leven, denk ik voorzichtig alweer aan werken en hoop ik over een aantal maanden
weer te kunnen vliegen.
Als ik weer thuis ben zit ik op de bank. De houtkachel is aan. Mijn lief is weer thuis en speelt iets
moois voor me op de gitaar. De hond ligt voor mijn voeten te slapen en ineens rollen de tranen over
mijn wangen.
Ik kan niet anders zeggen dan dat ik een grote geluksvogel ben.

Caro