23 jan - 11:53 Haaksbergen - aangepast om 11:59

Column Caro Woudstra

Fietstocht

Elke dag fiets ik door weer en wind naar mijn werk toe. Het klinkt als lijden maar dat is het niet. De eerste bocht herinnert mij aan de keer dat ik knetterhard van de fiets gevallen ben met gladheid. Ook als schijnt de zon, ik rij er sindsdien zo voorzichtig doorheen dat ik moet uitkijken dat ik niet omval.

Verderop, vlak voordat ik een stukje bos meepak, heb ik eens een verdwaalde hond teruggebracht naar huis. Het beest was ontsnapt en bij de eerste boerderij wisten ze van wie die was. Ik kwam wel te laat op mijn werk maar ik had een goed verhaal waardoor alles mij ter plekke was vergeven.

Zo heb ik ook eens een pony gered die in de berm tussen het fietspad en de grote weg gras stond te eten. Een ongebruikelijk tafereel. De pony was ontsnapt en de eigenaar was blij dat het dier niet de grote weg was opgelopen.

In het bos waar ik vaak doorheen fiets kwam ik vroeger bijna dagelijks een ree tegen. Elke keer vond ik dat een verrassing. Soms stond hij midden op het pad en dan stapte ik af en keken we elkaar seconden lang aan totdat hij wegrende. Een magisch moment. Helaas heb ik hem nooit meer gezien sinds de nieuwe N18 is gerealiseerd.

Als ik halverwege ben, fiets ik altijd langs een bermmonumentje dat daar al jarenlang staat. Ik krijg er steeds meer aversie tegen. Iemand is hier waarschijnlijk verongelukt ofzo maar ik heb geen behoefte om elke keer met andermans leed geconfronteerd te worden. Ik heb, net als ieder mens, de afgelopen jaren veel dierbaren verloren. De ene op een tragischer wijze dan de andere maar voor geen van allen werd hiervoor publieke aandacht opgedrongen. De dood hoort nu eenmaal bij het leven, hoe droevig het ook is.

Een kilometer verder kom ik langs een plek waar altijd een buizerd zit. Een paar keer per week zie ik hem. Dan vliegt hij van de ene naar de andere boom of zit hij op een paaltje. Elke keer kijk ik ernaar uit.

Ook zag ik eens een jonge ree vlakbij het zandweggetje in het gras. Zo mooi en klein nog. Ik ben afgestapt en heb heel voorzichtig gekeken. Nu is er een groot zonnepark gebouwd en heb ik er nooit meer een dier gezien.

Ik ben verrast als er een eekhoorn oversteekt of als er een prachtig getekende fazant vlak voor mij de struiken induikt. Dat brengt geluk voor de hele dag.

Mijn dagelijkse fietstochtje naar mijn werk is net als mijn levensweg. Soms word je ongevraagd geconfronteerd met dood, verdriet en  verandering en heel af en toe komt er plotseling een verrassing op je pad.

Caro

https://www.googletagmanager.com/gtag/js?id=G-RPY4R1NFFS window.dataLayer = window.dataLayer || []; function gtag(){dataLayer.push(arguments);} gtag('js', new Date()); gtag('config', 'G-RPY4R1NFFS');