
Bevrijding met een inktzwarte rand
HAAKSBERGEN – Het is 1 april exact tachtig jaar geleden dat Haaksbergen werd bevrijd van de nazibezetting. In het paasweekeinde van 1945 trokken Duitse soldaten zich terug. De Engelsen kwamen paaszondag vanuit de Achterhoek Haaksbergen binnenrijden. Hennie Westendorp (89) was ooggetuige. De Haaksbergenaar was bij de bevrijding negen jaar. Hij woonde met zijn vader, moeder en broertjes en zusjes in het buitengebied aan de Eibergsestraat. Het woonhuis stond ter hoogte van het bedrijf Henk Pen Campers & Caravans. De Slatboer heette de huis van Westendorp. Voor Hennie Westendorp en zijn familie werd het een bevrijding met een inktzwarte rand. In de nacht van 1 op 2 april – dus na de bevrijding van Haaksbergen – werd het huis van de familie Westendorp getroffen door een bom uit een vliegtuig van de Geallieerden. ,,Een vergissingsbombardement. Onze zusjes Jo en Wilhelmien zijn daarbij om het leven gekomen. Ze waren op slag dood en liggen begraven op het kerkhof aan de Enschedesestraat. Op 1 of 2 april ga ik daar een bloemetje leggen”, zegt Westendorp.
Op de eerste dagen van april gaan de gedachten van Hennie Westendorp (1935) elk jaar terug naar 1945. Het einde van de nazibezetting in Haaksbergen had een vreugdevolle gebeurtenis moeten zijn, maar het werd voor zijn familie een inktzwarte bevrijding.
Het was niet zo dat de Geallieerden Haaksbergen binnenreden en de Duitsers zonder slag of stoot de aftocht bliezen. Was het maar waar, denkt de 89-jarige Haaksbergenaar. Want dan was er veel leed bespaard gebleven. Hij kan zich de bezettingsjaren en de bevrijding nog herinneren. ,,Ik was bijna tien jaar bij de bevrijding. Op de dag voor de bevrijding van Haaksbergen was het onrustig. Dat was paaszaterdag 31 maart 1945. Duitse soldaten plaatsten kanonnen. Een groep Duitse soldaten werd ingekwartierd bij ons. Ze wisten dat de Engelsen vanuit de Achterhoek richting Haaksbergen kwamen. ‘Tommies’ werden ze genoemd door de Duitsers”, zegt Westendorp. Hij woonde met zijn vader, moeder, zussen en broers in het buitengebied aan de Eibergsestraat. Maar op die avond van paaszaterdag vertrokken de Duitse soldaten weer. De bevrijding van Haaksbergen leek aanstaande. “Mijn moeder ging paaszondag nog naar de vroegmis in de Pancratiuskerk. Dat deed ze altijd. Jo en Marie (oudste zussen, red.) waren ook mee. Maar tijdens de dienst werden de parochianen naar huis gestuurd. In de kerk werd gezegd dat de Geallieerden al dichtbij waren.
Mijn moeder en de zussen kwamen via een omweg terug. Het was namelijk te gevaarlijk over de Eibergsestraat terug naar huis te gaan.” Het was volgens Westendorp tegen negenen dat ze het geronk van voertuigen hoorden. Het eerste pantservoertuig van de Engelsen kwam eraan. Dat reed voorbij het huis van Westendorp. Maar niet alle Duitsers waren vertrokken. “Er werd een pantservuist afgevuurd op het voertuig met de Engelse soldaten. Dat gebeurde verderop aan de Eibergesestraat richting Haaksbergen. Het voertuig werd geraakt en sloeg over de kop. De soldaten kropen eruit en trokken zich terug.” Daarna bleef het lang stil totdat de tanks van de Engelsen kwamen. “Er ontstond een vuurgevecht en ons woonhuis lag in de vuurlinie. We gingen naar buiten om dekking te zoeken en zagen dat andere boerderijen in brand stonden.” Iedereen van de familie Westendorp bleef ongedeerd. Maar het ergste moest nog komen. In de fatale nacht van 1 op 2 april werd het huis getroffen door een bom. “Een vergissingsbombardement. Overal lagen brokstukken in huis. De bom was dwars door het dak gegaan. Mijn oudere zus Jo en jongere zus Wilhelmien waren op slag dood. Op de eerste dagen van april denk ik hier altijd aan. Nu ook. Op 1 of 2 april ga ik een bloemetje leggen bij hun graf op het kerkhof aan de Enschedesestraat.”